Je geeft met een niet-reanimerenverklaring bij hulpverleners aan dat je niet geholpen wilt worden in het geval dat je een circulatiestilstand krijgt. Professionele zorgverleners, First responders en omstanders horen, wanneer zij kennis nemen van de niet-reanimerenverklaring en wanneer deze aan alle voorwaarden voldoet, deze in beginsel te respecteren.

Bespreek jouw niet-reanimeren wens
Het is belangrijk dat je tijdig bespreekt of je wel of niet gereanimeerd wilt worden. De NRR adviseert om altijd te overleggen met iemand die jouw medische status goed kan beoordelen, zoals je huisarts of behandelend arts. Hierdoor weet je zeker wat jouw situatie is en dat je een weloverwogen keuze kunt maken ten aanzien van de keuze of je wel of niet gereanimeerd wilt worden.
Er kunnen allerlei redenen zijn waarom je niet gereanimeerd wilt worden, zoals een slechte gezondheid, leeftijd, levensovertuiging, geloof of cultuur. Of misschien ben je bang dat je na een reanimatie niet meer goed herstelt. Jouw (huis)arts kan met je meedenken. Je kunt de arts bijvoorbeeld vragen welke kansen en risico’s een reanimatie voor jou kan hebben. Ook een gesprek met je naasten over jouw wens en motieven helpt bij het nemen van een besluit.
Kwaliteit van leven na reanimatie
Daarnaast is het goed om te weten dat het met de meeste slachtoffers die een reanimatie overleven na de reanimatie goed gaat!
Enkele feiten op een rijtje:
- In de eerste maanden na een reanimatie komen geheugenproblemen, concentratieverlies en moeite met plannen regelmatig voor.
- Ongeveer de helft van de slachtoffers heeft één jaar na hun circulatiestilstand nog last van vermoeidheidsklachten en ongeveer 30% heeft emotionele problemen.
- Ruim 70% van de slachtoffers is 1 jaar na hun hartstilstand weer aan het werk, waarvan een deel wel minder uren werkt.
Lees verder bron Nederlandse Reanimatie Raad