Zo’n 360.000 mensen in Nederland kampen in meer of mindere mate met boezemfibrilleren.

En naar schatting nog eens 80.000 mensen lijden ‘in stilte’ aan deze hartritmestoornis, omdat ze zich er nog niet van bewust zijn.

Wanneer zij in een vroeger stadium kunnen worden behandeld, nog vóór ze er problemen door-ondervinden, dan zou daarmee het risico op hartfalen, een beroerte, invaliditeit of zelfs overlijden kunnen worden voorkomen, zeggen onderzoekers van Maastricht UMC, vijf andere Nederlandse universiteiten en talrijke ziekenhuizen. De komende vijf jaar gaan zij samenwerken om boezemfibrilleren eerder te herkennen, het liefst al vóór het ontstaat.

De onderzoekers zullen, met steun van de Hartstichting, in kaart brengen hoe de boezem van het hart ziek wordt en boezemfibrilleren vervolgens ontstaat. Ook bij welke mensen het snel verergert. Behandeling wordt gedaan door kleine littekentjes op het hart te maken (‘ablatie’). De elektrische prikkelgeleiding van het hart, die verstoord is bij deze patiënten, is zo te herstellen.