Eindelijk is er dan een reanimatiepop met borsten. Geen overbodige luxe, want ‘borstenvrees’ kan waardevolle seconden kosten bij hulpverlening. ‘Moet je zo’n beugel-bh nou losknippen?’
Annie is de eerste vrouwelijke reanimatiepop die door haar hoekige kaaklijn en schouders toch bijzonder genderneutraal oogt. Pas sinds kort draagt ze een hesje met vullingen, van een bescheiden cup. Bepaald geen Kim Kardashian-vormen. En ook de losse borsten die nu eindelijk kunnen worden besteld om een ander model reanimatiepop te laten veranderen in een dame, blijken van bescheiden omvang.
Size does not matter, het gaat vooral om bewustwording, stelt Johan van Tiggelhoven van Veiligheidspiramide. Deze organisatie geeft onder meer reanimatietrainingen aan personeel van bedrijven, instellingen en overheden. Die bewustwording laat soms nog te wensen over. Hoewel een aantal cursisten van GGZ Delfland in Delft tijdens de training zegt niet te geloven dat er in geval van nood onderscheid wordt gemaakt tussen de seksen (‘Nee joh, je gaat toch bij iedereen meteen aan de slag’) wijzen de statistieken anders uit.
Schroom of gêne
Volgens recent onderzoek starten burgerhulpverleners later met reanimatie bij vrouwelijke slachtoffers dan bij mannelijke. Bij 74 procent van de mannen wordt daarmee begonnen voordat de ambulance arriveert, bij vrouwen is dat 69 procent. Schroom of gêne zouden hierbij een rol kunnen spelen, zeker in het #metoo-tijdperk. Ook de kansen om te overleven, verschillen: 20 procent van de mannen wordt gered, tegen 12,5 procent van de vrouwen.
Moet je vrouwen anders reanimeren dan mannen? Voorzichtiger? Plaats je je handen op dezelfde plek?
Van Tiggelhoven zegt dat dit onderscheid deels valt te verklaren doordat mannen vaker een ‘schokbaar hartritme’ hebben dan vrouwen. Het komt ook doordat hun hartklachten minder snel worden herkend. Waar mannen doorgaans druk of beklemming op de borst voelen, ervaren vrouwen vaker pijn in kaak, nek, rug of bij de schouderbladen. Of duizeligheid en extreme moeheid.
Cardio-feminist en professor Angela Maas schreef het boek Hart voor vrouwen om die specifieke symptomen te belichten: veel literatuur en onderzoek draaien nog altijd om mannen. Een situatie die de cardioloog van het Nijmeegse Radboudumc meermaals ‘krankjorum’ noemde, aangezien zij maar de helft van de bevolking uitmaken. Eenzelfde oud-Hollandse krachtterm zou zij gebruiken voor het feit dat een reanimatiepop met borsten pas dit jaar haar opwachting maakte.
Twijfel en vragen
Bij navraag vinden veel cursisten van GGZ Delfland het eigenlijk ook best merkwaardig dat dit zo lang duurde. ,,Het gekke is dat ik er tot voor kort niet echt over nadacht’’, zegt een van de deelnemers tegen trainer/coach Alae Boujrad. ‘Ergens onbewust’ zat zij toch met vragen die haar onzeker maakten: moet je vrouwen anders reanimeren dan mannen? Voorzichtiger? Plaats je je handen op dezelfde plek? Of zet je die door de aanwezigheid van borsten lager of hoger dan bij mannen? Moet je zo’n beugel-bh nou eigenlijk losknippen?
Boujrad houdt het overzichtelijk voor zijn gehoor: ,,Eigenlijk is de reanimatie van een vrouw niet anders dan die van een man. Zie je een slachtoffer, kijk dan eerst of de omgeving veilig is om hulp te verlenen, check of iemand bij bewustzijn is en een ademhaling heeft. Zo niet, begin dan met compressies en mond-op-mond-beademing. Ga niet te voorzichtig te werk: de borst moet 5 à 6 centimeter worden ingedrukt. Dat voelt na enige tijd als topsport.’’
Vrouwen en hartklachten
Het is een misverstand dat veel meer mannen een hartstilstand buiten het ziekenhuis krijgen dan vrouwen. Er is wel verschil, in 48 procent gaat het om vrouwen, in 52 procent om mannen maar dat is klein.
Nog een onderscheid: vrouwen blijven over het algemeen langer doorlopen met klachten (moeheid, pijn in buik, kaak, schouderbladen, kortademigheid) dan mannen. Vrouwen hebben daardoor vaker meer schade aan hun hart vóór de reanimatie. Het zou kunnen dat dit de oorzaak is dat meer mannen (20 procent) een reanimatie overleven dan vrouwen (12,5 procent), aldus een recent onderzoek.
Gootsteenontstopper
Of, zoals Johan van Tiggelhoven sommige instructeurs citeert: ‘Zo hard als je met een gootsteenontstopper tekeer zou gaan’. Fatale filmfragmenten of wijsheden uit ziekenhuisseries over het gevaar van knakkende ribben of geperforeerde longen wuift hij weg: ,,Liever een paar gebroken ribben dan een te behoedzame benadering. Die genezen wel weer. Diepte is belangrijk, want je wilt het bloed laten circuleren. Plaats je handen midden op de borst of tussen de borsten, daar bevindt zich het hart met het puntje naar links. Ga je vanwege schroom te laag reanimeren, dan pomp je op de maag.’’
Boujrad zegt dat bh’s, met of zonder beugel, in eerste instantie niet hoeven worden losgeknipt of gescheurd. Dan gaan kostbare seconden onnodig verloren. Pas wanneer de AED defibrillator er aan te pas komt, is ontbloting van het bovenlichaam aan de orde. ,,Bij een man scheer je op dat moment het borsthaar weg om de gelpad’s goed te kunnen aanbrengen, bij een vrouw verwijder je haar bh.’’
Cursist Gerard geeft aan dat hij daarbij toch schroom zou voelen. ,,Ik weet dat het om een noodsituatie gaat waarin ik iedereen zo goed en zo snel mogelijk wil helpen. Maar als er een vrouw ligt, wil je niet over grenzen gaan of verkeerd begrepen worden. Het is al ingewikkeld genoeg.’’ Ik voelde niet zozeer gêne maar meer onzekerheid. Ik wist niet of je vrouwen anders moest behandelen dan mannen. Ik was bang om een fout te maken
Boujrad en ook andere cursisten begrijpen dat gevoel. Zeker in een tijdperk waarin niet alleen #metoo een rol speelt, maar ook corona. Het Kiss of Life-maskertje, een plastic hulpstuk waardoor kan worden beademd, biedt uitkomst doordat direct fysiek contact wordt vermeden.
Siliconen aan de kant
Tijdens de training bij GGZ Delfland wordt er ook gelachen. Zelfs van grappen over siliconen (‘Die duw je maar even naar de zijkant’) kan worden geleerd. Gerard denkt dat hij door de vrouwelijke vormen van een reanimatiepop en door te praten over zijn aanvankelijke aarzeling, anders naar reanimeren kijkt.
Hetzelfde geldt voor enkele vrouwelijke cursisten. ,,Het is goed dat we erover hebben gesproken’’, zegt een van hen. ,,Ik voelde niet zozeer gêne maar meer onzekerheid. Ik wist niet of je vrouwen anders moest behandelen dan mannen. Ik was bang om een fout te maken. Nu weet ik in theorie hoe ik aan de slag moet. Maar laten we hopen dat ik het nooit in de praktijk hoef toe te passen.’’